Voorbeeld

Werkvorm(en): Nasynchronisatie.
Activiteit: De leerlingenverzinnen een nagesynchroniseerde scène over een filmgenre en presenteren dat aan elkaar.
Opmerking: Bij nasynchronisatie verwoordt de ene speler (de stemacteur) de tekst en gedachten van de andere speler (de spelacteur). Het staat ook bekend als ‘dubbing’.
Print de lesopzet inclusief opdrachtkaarten.

Inleiding.
De groep zit in hoefijzeropstelling. Vertel dat jullie in deze les gaan nasynchroniseren. Als je een DVD afspeelt zie je in het menu vaak verschillende talen staan, in al die landen zijn acteurs bezig geweest om stem te geven aan de rollen die meespelen. Ter illustratie doe je een stukje voor: kies een leerling die je een korte spelopdracht geeft, jij gaat uit het beeld van het publiek staan en doet de stem van de leerling.

Spelopdracht: Je bent een inbreker die een huis binnengaat, maar de deur piept heel hard. Eenmaal binnen doorzoek je een kamer. Dan hoor je een geluid, je trekt een pistool, schiet jezelf per ongeluk in je teen en je strompelt af.

Warming up 1 tweetallen: losse oefeningen.
De groep staat in tweetallen in het lokaal, ze bepalen wie de stemkant doet en wie de spelkant, bij iedere opdracht wisselen ze.
Opdrachten voor de spelacteurs: hond uitlaten, tandenpoetsen, gewichtheffen, vissen, schrikken, eten.

Geef de leerlingen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

Warming up 2 viertallen: situaties.
De groep staat in viertallen in het lokaal, ze bepalen welke twee de stemkant doen en wie de spelkant.
Instructie: De twee stemacteurs bepalen van wie ze de stem gaan spelen. Bij iedere opdracht wisselen de tweetallen van functie.

Opdrachten voor de spelacteurs:
A zit vast in het toilet en wordt gered door c.
Een agent betrapt een winkeldief.
Een leerling komt weer te laat in de klas, de leerkracht is heel gemeen.
De één is kandidaat bij talentenjacht, de ander jurylid.

Geef leerlingen steeds even de tijd om iedere spelopdracht uit te spelen.

Kern.
De groep zit in hoefijzeropstelling.
Instructie: Jullie krijgen zo in werkgroepen de opdracht om een nagesynchroniseerde presentatie te maken over een soort film, een z.g. ‘filmgenre’.

Bespreek kort de aandachtspunten op de opdrachtkaarten en maak werkgroepen. Zie de bijlage voor een voorbeeldopdracht.In deze opdracht staat ook ‘voorkom geweld’, dat kan bijvoorbeeld bij de opdracht ‘Ridderfilm’ lastig worden. Als je er vragen over krijgt, benadruk dan dat het in ieder geval om meer moet gaan dan geweld alleen. En dat de geluiden van het geweld ook moeten worden nagesynchroniseerd.

Opdrachten: monsterfilm, western, griezelfilm, politiefilm, ridderfilm.

Maak vier grote werkgroepen waarvan de ene helft van de werkgroep de stemmen doet en de andere helft het mimespel.
Tijdens de uitvoering zitten de stemacteurs bij elkaar en aan één van de zijkanten van het publiek.

Bijlage 1: (dit voorbeeld zit niet bij de opdrachten dus je kunt het klassikaal bespreken).

Naar de film.

Jullie opdracht is: actiefilm (een boef bedreigd de stad of zelfs de wereld, speciaal team haalt van alles uit om de schurk en zijn bom o.i.d. te stoppen).

1: Bepaal wie van jullie het spel gaan doen en wie de stemmen.
2: De stemacteurs gaan samen zitten, de spelacteurs gaan voor jullie spelen.
3: Kies een spelacteur uit waar je de stem van gaat doen.

Spelacteurs: speel met grote gebaren en duidelijke gezichtsuitdrukkingen.
Stemacteurs: praat niet teveel door elkaar.
Voorkom het uitbeelden van geweld en iedere rol moet levend de eindstreep halen.

Onder iedere les zou een nader te bepalen toelichting kunnen komen d.m.v. onderstaand systeem: 




Of:

Deze toepassing moet voor extra service zorgen zodat iedere collega het uiterste uit de les kan halen, ongeacht in welk type onderwijs hij lesgeeft. Wat daar precies onder zou moeten aan extra ondersteuning moet nog worden bepaald.  Ik kan me ook voorstellen dat het gebruikers makkelijk wordt gemaakt dergelijke informatie op te sturen zodat mensen elkaar van info kunnen voorzien.

Een methode moet in een herkenbare didactische structuur worden geschreven. Bij voorkeur met minimaal twee warming ups en een kerndeel waarin de vaardigheden die in de warming ups zijn getraind worden toegepast.