1.1. De student heeft kennis van visies (en doelen) voor de vakken dans en drama en kan een relatie aangeven met cultuuronderwijs.

SpoilerContext en functies van dans en drama (hfst 1 Dans! Wat is dans) gezien vanuit verschillende culturen, cultuurhistorisch oogpunt (ja is dit niet teveel gevraagd?), recente vakinhoudelijke- en maatschappelijke ontwikkelingen. De geschiedenis van de vakken binnen het onderwijs.

Inkijkjes/voorbeelden:
Journaal komt met de roep van bedrijven om creatieve werknemers: oproep aan onderwijs om ‘innovators’ af te leveren.
Positie van jongens die dansen, zijn niet langer suf, maar cool.
Straatcultuur geïntegreerd in podiumkunst (hiphop, kleding, ‘codes’, trucs).
Methodes om taal te leren (in beweging, uitbeelden): schrijfdans, Vrije School, TPR (total physical respons)
Het schoolplein als verlengstuk van de school… Onderzoekend leren, samenwerken, sportief gedrag, fantasiespel stimulerend.

Eigen portfolio aanvullen met bezoeken/kijken naar dans en theater (op tv, video bijv dansfilm, schouwburg, zelf dansen/spelen, proefles volgens ed). Inspiratie verbinden aan visie vorming.

Spoiler
De student kan dans en drama binnen een brede context zien in de school, bijvoorbeeld vanuit de sociaal-emotionele ontwikkeling, vanuit cultureel burgerschap of juist vanuit het bewerkstellingen van een vakspecifiek doel. (vak als middel of doel). De student kan beargumenteren hoe het vak dans of drama binnen het beleid van een school een betekenis in kan hebben.

Bijvoorbeeld: PBS Schoolregels op een positieve manier verwoorden (positive behaviour support)

De student kan wat hij/zij aan dans en theater ziet en ervaart verbinden aan kunstonderwijs. De student weet up to date onderwerpen en dans- en dramaontwikkelingen te vinden en te gebruiken (Lama’s op tv, jongens en dans, danswedstrijden op tv, battles, freerunning, showgroepen, verschillende dansstijlen, popping, locking enz enz

filmpje freerunning: www.youtube.com/watch?v=pFWLu8fjNis


Spoiler

De student kan op vertellen over de waarde van het vak voor hem/haar zelf, de school en het onderwijs in het algemeen. De student geeft hier voorbeelden vanuit de eigen ervaring.
De student kan verschillende doelen  het vak benoemen en daarbij voorbeelden geven.